Selectieve verhaalanalyse
Taalgebruik
Wat
vanaf de eerste pagina opvalt bij het lezen van “de bezoekjaren “ is dat het
verhaal wordt verteld vanuit Zima die 8 jaar is. Zima beschrijft haar
ervaringen heel naïef, kinderlijk en ook de interpretaties zij heel onbevangen. De
kinderlijke visie komt vaak terug.
Voorbeeld: p. 9 Ik keek naar mijn bewegende blote voeten
en dacht aan mijn eenzame schoenen, die nooit konden weglopen zonder mijn
voeten erin….. p15 En toen ik weer naar binnen ging, zag ik ze opeens staan,
tussen de andere schoenen. Die rode, die van mij. Alsof ze toch zelf waren
komen lopen.
Ook
(kinderlijke) humor zien we veel terugkomen.
Voorbeeld p. 93 Mijn moeder had handige borsten. Ze waren zo
groot dat er een heleboel onder verstopt kon worden. Brieven en
tijdschriften en papieren met informatie, die bracht ze allemaal vanonder
tegen haar borsten aan de gevangenis in en uit, zodat niemand ze
controleerde of verbood. Ik begon ook borsten te krijgen. Daar konden
alleen nog maar snippertjes onder.
Opvallend
aan de stijl van Joke Van Leeuwen vind ik toch wel de herkenbaarheid en
beschrijvingen uit het dagelijks leven, het zijn allemaal realistische
situaties.
Voorbeeld p. 50 Amrar had tegen
Kenza gezegd dat ze zijn mooie broek maar even moest wassen.
Hij had de broek in haar handen geduwd en daar was ze kwaad om
geworden. Ze zei dat ze zijn knechtje niet was en dat ze de vorige dag al
genoeg had staan wassen, hij had haar die broek een dag eerder moeten
geven, dan had ze hem wel gewassen, maar ze bleef niet aan de gang en
hij moest haar niet zo commanderen ook. En toen werd Amrar kwaad. Hij
zei dat hij wel wat anders aan zijn hoofd had en dat hij al hard genoeg
werkte voor iedereen en dat het heus niet zoveel werk was, even een
broek wassen, dat het meer werk was om ruzie te maken dan om even
een broek te wassen omdat je broer het vroeg. En Kenza zei dat hij het
helemáál niet had gevraagd, hij had de broek in haar handen geduwd en
dat was heel wat anders dan vragen of het misschien uitkwam dat ze die
broek waste, terwijl ze misschien net zo goed als hij wat belangrijkers te
doen had, wat dacht hij wel.
Wat
ik jammer vind is dat het taalgebruik niet evolueert naar het einde van het
boek terwijl Zima toch al veel ouder is geworden.
Ik
heb gelezen dat Co-auteur Malika Blain tegen Joke van Leeuwen haar verhalen heeft
verteld en dat Joke van Leeuwen deze herinneringen in een verhaal heeft
gegoten. Hoe ze precies hebben samengewerkt en wat er nu echt is en wat niet
wordt nergens vermeld. Ergens vind ik dit wel jammer… het verhaal komt heel
levensecht over. Van auteur Malika Blain is er geen spoor meer terug te vinden.
Boodschap
De
schrijfster heeft verschillende boodschappen volgens mij:
1.Begrip
voor een andere cultuur (Thema’s als ramadan, offerfeest, het gebruik van
Henna,.. worden duidelijk uitgelegd)
Voorbeeld p 43 De meeste
mensen hadden al een schaap gekocht. Dat hadden ze aan een touw mee naar huis
genomen of achterop de brommer of in het bagagerek bovenop de bus. Het werd in
eengang gezet, op een binnenplaats of een balkon. Daar stond het te wachten tot
het offer werd.Ibrahim had in de koran een zoon.‘O, mijn zoon, ik zie in de
droom dat ik u moet slachten. O, mijn vader, doe wat u bevolen is, gij zult
mij, zo god wil, onder de duldenden vinden.’En toen hoefde de zoon niet
geslacht te worden. Maar wel een heleboel schapen. Wij kochten pas op het allerlaatst een
schaap. Dan waren ze wat minder duur.
2.Beschrijven
van gevolgen van een dictatuur
3.
De geschiedenis blijft actueel. (Denk maar aan de Arabische revolutie)
Het
motto: Ik heb mijn cipiers nooit horen zingen. (George Mangakis, Griekse
politiek gevangene)
De
gitaar van Amrar was afgenomen. Dit is een symbool hoe de dictatuur schrikt
heeft van individualisme, protestsongs.
-Toen ze werden weggevoerd, zei Kenza, hebben
ze gezongen. (p. 83)
-Hij wilde zijn gitaar
terug. Hij had naar de Unesco geschreven dat ze hem zijn gitaar hadden
afgepakt, dat ze zelfs bang
waren voor liedjes, want liedjes konden ontsnappen en buiten kon
iedereen die gaan zingen,
als iedereen ze kende. (p. 114)
Conclusie
Samengevat
is dit een onderhoudend, boeiend boek. Het is vlot en licht geschreven.Jammer
genoeg is dit geen historische roman en wordt er weinig informatie gegeven over
de gebeurtenissen in Marokko in de jaren ’70. Aan het begin van het boek was ik
zeer gecharmeerd door de ik-verteller
die 8 jaar is maar op het einde van het boek begint deze naïeve toon toch te
vervelen.
Een link naar de leerlingen
Dit
boek zou ik aanraden aan sommige leerlingen van de 1ste graad en zeker in de 2de graad.
Het boek kan ook heel interessant zijn om te
laten lezen door jongeren die hun wortels in Marokko hebben of in de Islam.
Ik
zou dit boek presenteren indien er wordt gesproken op school over Amnesty
International of indien er in andere lessen wordt gesproken over de Islam
(godsdienst) of over de arabische lente (geschiedenis)
Er
zijn verschillende thema’s die kunnen behandeld worden:
Schrijfopdracht over Amnesty International
De eerste mei kwam, en wij
kinderen mochten vooraan in de optocht. Achter ons liepen de
volwassenen met een
spandoek, waarop stond: Wij zijn families van de politieke gevangenen.
Ik had een sandwichbord van
karton om me heen, wat een beetje lastig was met lopen. Daar
stond op: Laat mijn broer
vrij. Ik had er ook een foto van Amrar bij geplakt, maar die was een
beetje te klein om goed te
kunnen zien. (p. 86)
Opdracht:
Amrar
is opgepakt en tot twaalf jaar gevangenis veroordeeld vanwege zijn
politieke
ideeën. Wereldwijd zitten er tienduizenden mensen gevangen omdat ze
andere
ideeën hebben dan de machtshebbers in hun land. Amnesty International
is
een vereniging die voortdurend opkomt voor naleving van de mensenrechten,
voor
vrijlating van gewetensgevangenen, voor een eerlijk proces van andere
gevangenen
en voor afschaffing van martelpraktijken en de doodstraf. Ga op
zoek
naar informatie over Amnesty International.
Kijk
of je mee kunt doen aan een actie van Amnesty International. Joke van Leeuwen
schreef
jarenlang
met een politieke gevangene in Marokko.
Moordenaartje spelen (Begrijpend lezen)
’s Avonds deden we
moordenaar. Dat was een kaartspel dat je met veel mensen kon spelen.
Tussen de kaarten zat één
aas en als je die had, moest je dat stiekem met een knipoog aan
een van de anderen laten
weten. Die zei dan dat hij dood was. Wie als laatste nog niet dood
was of wie gesnapt was als
moordenaar, kreeg een strafpunt. Na vijf strafpunten kwam je voor
de rechtbank en kreeg je
straf. Dan moest je bijvoorbeeld een liedje zingen terwijl je op één
been stond of moest je met
een djelleba aan en op handen en voeten een korte toespraak
houden over de
uitgestrektheid van de woestijn. (p. 45)
Opdracht
Speel
volgens bovenstaand regels het spel. Als iets onduidelijk is, verzin er dan
zelf
nieuwe spelregels bij. Wie moet de moordenaar betrappen? Wie zitten er in
de
rechtbank? Op internet vind je allerlei variaties van dit spel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten